Whale shark surfing
Door: Stephan
Blijf op de hoogte en volg Stephan
26 Maart 2017 | Mozambique, Inhambane
De beetje trouwe volger heeft de afgelopen jaren gemerkt dat er nog wel wat rekeningetjes open stonden. Iets met walvishaaien en niet vinden, vervolgens schijtlollige commentaren over visjes op de bloemkool en huilie-huilie doen. Nou, nu zal het nondeju klaar zijn met het gesodemieter! Deze trip heeft als basis enkel en alleen de walvishaai. We gaan niet weg voordat dat kreng een beetje Christelijk op de foto staat. Daarom: Mozambique.
Wij dus een stukje vliegen via Nairobi in Kenia en door naar Maputo in Mozambique. Vanuit de lucht zagen we al de lange duinenrijen langs de kust. Een beetje zoals bij Scheveningen en daar moesten we zijn. Voor het eerst in onze geschiedenis werden we verzocht een bewijs van onze gelekoortsvaccinaties te laten zien. Na onze blijken van braafheid haalden we de visumstempeltjes op en gingen naar ons hotel in de stad. Men doet hier aan Portugees, dus deden wij Spaans met een beetje –inho en een beetje –ao erachter en het liep als een tierelier (not!).
Het centrum van Maputo was ontzettend aantrekkelijk. Je had er een oud gebouw, een oud station en een markt. Dat soort ongekende attracties maakten ons wild, dus we genoten volop. Nog beter lukte dat bij Nossa Tosca, waar de Mozambikaanse biertjes en de spiesen met koe werden geserveerd. En nu wij door de Hollandsche winter wat aan de overgeïsoleerde kant zijn, liepen wij het stuk naar het hotel lekker door het donker terug. In Afrika kan dat nog.
Nou hadden we dan wel bedacht dat het een goed idee zou zijn om om vijf uur in de ochtend de bus naar Tofo te nemen. Lekker 500 km met de bus, lekker op tijd aankomen en hoppatee… iedereen tevreden. Dat lukte ook allemaal wel, maar ja… this is Africa. En Afrika is de grootste afdeling van tokkieland. Zitten we keurig om vijf uur in die bus, komt er een splitsing aan… rechtsaf Xai-Xai (een stad in de juiste richting), linksaf niet naar Xai-Xai. Dus dat ding natuurlijk naar links afdraaien en vervolgens keurig het busstation op. Daar speelde zich gedurende anderhalf uur een dramatisch tafereel af. Die minibus kon sowieso niet vertrekken met 15 man erin, stel je voor, nee die moest tot het randje gevuld worden met 27 man. Goed, dat ging dan nog en was volgens verwachting. Het karretje achter de bus, zeker niet RDW-proof, had onze tassen en nog wat allerhande zuivere rotzooi erin. Komt Sjakie daar aan met zijn badkuip en allerlei badkameronderdelen. Gedurende anderhalf uur heeft een gezelschap van quasi-belanghebbenden, stuurlui en lamzakken gekeken naar hoe die onderdelen zich vanzelf aan het karretje bevestigden. Briljant!
Onderweg zagen we dat het allemaal wel meevalt met de ellende in Mozambique. Tuurlijk, men heeft geen cent te makken, maar de huizen zijn niet langer van hout, riet en palm. Gewoon lekker wat beton is er ingezet, laagje rood van Vodafone eroverheen, golfplaatje bij, beetje chillen voor de voordeur… allemaal dikke prima. Helemaal dikke prima was de cholerapreventieactie. Graag alle 27 die bus uit, ook jij daar buschauffeurtje, even met je zooltjes door een chloorbadje, handjes wassen met chloorwater en graag geen gejoker. Op deze manier is dit continent zo choleravrij. Ook weer briljant.
Na 9,5 uur busvermaak stonden we dan een keer in Tofo. Een badplaatsje met mooie, brede stranden, mooie duinen en een tropische sfeer. Wij hadden een schitterend gelegen huisje bovenop het duin, maar niet voordat we te laat uitstapten en een half uur met de backpack op de rug door de bloedhitte terug waren gelopen. Deurtje open, links en rechts duinen, voor je de zee, dun windje over het duin en een zwembadje. Hier kon het echtpaar welig tieren. Dit was onze uitvalbasisch voor vier dagen lang oceaansafari doen.
Uitgeslapen en wel, snorkelspullen paraat en na een forse ochtendtippel meldden wij ons bij de duikschool voor de eerste oceaansafari. Klinkt fraai, is het ook. Graag iedereen even de boot het water induwen, kortstondig door de branding stuiteren, stukje plankgas, welkom op volle zee en nu graag zoeken. En de opletterds die weten het natuurlijk al… zoeken naar walvishaaien. Zoek zoek de donkere schaduw onder de wateroppervlakte en gil dan hard. Allemaal leuk en aardig, maar dit geintje hebben we al zo vaak meegemaakt en nog nooit is het raak geweest. Waarom nu wel? Omdat dit Mozambique is. We waren nog bezig met het ophoesten van het zeezout op de bodem van onze longen nadat de branding ons had geprobeerd om te leggen, toen de bootsman nonchalant aangaf… visje! Ohja, en een reuzenmantarog!
De keuze was snel gemaakt. We gleden als de sodemieter het water in en zwommen rechtuit. De bootsman gaf het nogmaals met gebaren aan… ja, die kant op. Je zag door het plankton geen sodemieter, maar wij zijn volgzaam. En ineens schrik je je het apelazarus. Zo’n joekeloeres groot ding van een apparaat voor je. Of je even aan de kant wil gaan, want het visje wil erlangs. Op deze manier zagen we in totaal vijf walvishaaien! Kleintjes van vier meter, maar ook een van bijna negen meter. De een was zo weer weg, maar de grote was goed bij te houden en zwierde zijn staart rustig van links naar rechts. Hier hadden we voor getekend… vijf walvishaaien. Na jaren van proberen was het dan eindelijk gelukt! **Juich dan!** Via de boordradio gaven we door dat we niet één walvishaai hadden gezien. Goh, wat jammer blablablablabla… en toen wij en masse: niet 1, niet 2, niet 3, zeker geen 4, maar VIJF!
Ter viering aten we heerlijk bij de Indiër in het dorp. Iedereen in het dorp wist inmiddels van ons succes af, want vijf stuks is echt uitzonderlijk. Meestal blijft het bij één visje. Op onze veranda bekeken we vanuit de hangmat de zee en ons geluk kon niet op. Maar toch wel, want de oceaansafari de volgende dag ging niet door door de harde wind. Dus zijn we maar gaan kayakken (zonder hoedjes, kreng) door de mangrove. De dag erna konden we wel weer mee op oceaansafari. Het hele ritueel speelde zich weer af: briefing, branding, zoeken. Dit keer echter geen walvishaaien. We waren vlijtig en keken druk om ons heen, maar we kwamen niet verder dan wat bruine jan-van-genten en heeeeeeeee… een clubje dolfijnen. Wij maar even te water en we zagen ze zelfs onder water. Dat was leuk.
Nog een keertje proberen dan. Op dag vier liepen we door de gribushitte naar de duikschool, parkeerden onze konten weer in de boot en hadden nu wel een goed gevoel. We voelden het niet alleen, we zagen ook dat het goed was. Direct een walvishaai die we tot drie keer toe onder water tegemoet zwommen. Weer was het water troebel door de plankton en alle drie de walvishaaien doken ineens voor ons op. Aan de kant, vriend! Het genieten was weer begonnen. Maar toen klonk er ineens gegil. In de zee rondom Tofo zitten witte haaien en orka’s, dus je kan het verkeerd treffen. Nog geen seconde later gilden wij het ook uit van de pijn en sloegen in alle gekte van ons af: kwallen. Kleine, blauwe kwallen met lange tentakels dreven aan de wateroppervlakte. Er waren er al veel op het strand aangespoeld en als ze je aanraakten prikte dat als een gek. De draden zaten om onze benen heen, sommige gilden het op de boot nog uit omdat ze om hun nek zaten. Hele sporen liepen over onze benen en nek. Niemand wilde meer het water in. Maar als je dan tien minuten later wat bent bijgekomen en je bent die dag inmiddels alweer toe aan de vijfde walvishaai, dan kijk je toch nog even. Marjolein probeerde het nogmaals, maar werd gelijk gegrepen door een kwal. Ondertussen vond ze een nieuwe sport uit. Ze zwom een walvishaai tegemoet, werd gegrepen door de kwal en kwam al tierend verticaal in het water te staan. Ineens merkte ze dat je daar kon staan. Wij noemen het: walvishaaisurfen!
Terug in de boot piepte men van de pijn en dachten we aan een terugkeer naar de kust. Maar de gifbeker was nog niet leeg… de reuzenmanta’s waren er. Twee manta’s met een spanwijdte van een meter of vier zwommen recht onder ons, maar waren toch lastig te zien door de plankton. Vanaf de boot zagen we de witte onderkanten van de roggen telkens aan de oppervlakte komen. Een van de manta’s was enorm en haalde naar verluidt een spanwijdte van negen meter. Dat is groter dan de walvishaaien. No way echter dat wij nog te water gingen. En als toetje kwam er een walvishaai bij de motor van de boot liggen. Keurig aan de oppervlakte en niet bang. Je kon aaien, close ups nemen en de witte stippen op de blauwe vis waren heel goed zichtbaar.
Wat een score: tien walvishaaien en vijf reuzenmanta’s. Eind-de-lijk groots succes!
Als toegift deden we nog een snorkelsessie in een zeearm. Tijdens eb liepen we over een modderig wad naar een waterlaag van maar een halve meter diep. We gingen op zoek naar zeepaardjes, maar ons geluk had kennelijk toch een maximum bereikt die dag. Toch was het ontzettend leuk om in een ander ecosysteem aan de slag te gaan. We zagen heel veel krabben en heremietkreeften, krokodilvissen, een grote zee-egel en raarvormige vissen. Simpel, maar erg leuk.
Het echte toegift van Mozambique was natuurlijk de terugreis naar Maputo en de tocht naar de grens met Zuid-Afrika. Weer diezelfde bus terug, dit keer 29 mensen erin en naast ons zaten een jongetje en meisje op een stoel. Dat betekende dus acht uur lang krap zitten. Briljant als we waren hadden we ook niet genoeg water bij ons. Drie uur lang was het sappelen met misschien 150 ml water en leken we een schrale Afrikaanse dorstdood tegemoet te gaan. Tijdens een pisstop sprintte ondergetekende een shop binnen en haalde water. De eigenaar vond het maar heel wat zo’n blanke in zijn tent en begon een heel verhaal en nam eens even lekker de tijd om wisselgeld te zoeken in het kamertje achter. We weigeren te sterven van de dorst, maar fooi geven is ook niet ons ding. Dus wachten, wachten en uiteindelijk die sprint terug naar de bus. Net op tijd.
Net voordat we in Maputo aankwamen kotste het meisje naast ons de boel onder. Welkom in Mozambique! Aan het einde van de smogstraat in Maputo vol verkeer en nijverheid werden we gedumpt op het busstation. Daar werden we letterlijk in een minibusje naar Ressano Garcia bij de Zuid-Afrikaanse grens gepropt. Er konden 14 mensen in de minibus, maar wij deden het met 19. Driezitsbankjes werden vierzitsbankjes, waardoor wij niet keurig op de achterbank zaten, maar ergens plat gedrukt werden tussen die achterbank en de achterruit. Na anderhalf uur racen waren we bij de grens en werden we Mozambique uitgelaten. De Zuid-Afrikanen deden ons daarna een lol door ons toe te laten. En toen begon het gesodemieter weer opnieuw…
Volgende keer: busritten en safari in het Kruger Park. Nu eerst een walvishaaifuif vieren!
-
26 Maart 2017 - 22:21
Nico Van Rooijen:
Eindelijk gelukt!!
De walvishaai gespot.
Gefeliciteerd.
Nico -
26 Maart 2017 - 22:32
Rianne:
Stephan, ga je nou echt naar Zuid-Afrika;)
Maar ik hoop je nog eeuwig met die fantastische lach op je gezicht te zien na deze visjes! Supertof! -
27 Maart 2017 - 19:57
Je Weet Wel Wie:
Hahaha! "zonder hoedjes kreng"
Mare..gefeliciteerd met jullie visje! -
27 Maart 2017 - 20:21
Rinus:
Top dat je ze eindelijk hebt gezien! -
27 Maart 2017 - 20:26
Nel :
Wat een mooi uitzicht van uit jullie huisje ,en wat een klepper die walvishaaien je vakantie kan nu al niet meer stuk. -
27 Maart 2017 - 23:10
Walter:
NICE!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley